Vul een zoekwoord in

Jolande Tijhuis: ‘‘Flitsfusie’ tussen Vincent van Gogh en de CONRISQ Groep heeft geleid tot nieuwe naam: VIGO’

Stichting CONRISQ Groep gaat per vandaag als VIGO door het leven. De naamswijziging is het gevolg van de bestuurlijke fusie tussen de CONRISQ Groep en ggz-instelling Vincent van Gogh (VvG) vorig jaar. Bestuursvoorzitter Jolande Tijhuis: ‘We vonden het heel belangrijk om tot een naam met positieve inslag te komen, waarin levenskracht centraal staat.’

Op 1 mei 2019 geleden fuseerden ggz-instelling Vincent van Gogh (VvG) en de CONRISQ Groep (CG). De raad van bestuur breidde hiermee uit van twee naar drie mensen, met Jolande Tijhuis (voormalig rvb-voorzitter VvG) als nieuwe bestuursvoorzitter van de CG. Met de toetreding van VvG vorig jaar, is VIGO inmiddels de faciliterende moederstichting van acht ‘dochters’ in de jeugdzorg, de forensische zorg en GGZ.

Vorig jaar werd de fusie tussen VvG en de CG een feit. Waarom nu, na ruim een jaar, deze stap naar een nieuwe naam?

“Dat heeft er vooral mee te maken dat we deze fusie heel snel hebben gepland. Je zou het een ‘flitsfusie’ kunnen noemen. Normaal gesproken vraagt een dergelijk proces veel meer tijd, en heb je ook alle ruimte om na te denken over zaken. Zoals een nieuwe naam bijvoorbeeld, en de locatie van het nieuwe hoofdkantoor. De ACM en NZa waren echter al snel enthousiast over de fusie. Vandaar dat we het in een relatief kort tijdbestek hebben kunnen voltooien. Vaak zie je dat fusies tussen zorgorganisaties langdurige processen zijn. Bij ons duurde alles bij elkaar nog geen jaar. Aan het begin van het proces hebben we als raad van bestuur tegen elkaar gezegd: laten we eerst zorgen dat de fusie formeel tot stand komt. Dat vonden we toen het belangrijkste. De zoektocht naar een nieuwe naam begon pas afgelopen september, en is inmiddels succesvol tot een einde gekomen.”

Een mooi bruggetje naar de hamvraag: hoe gaat de CG heten?

“We hebben een langlopend traject achter de rug waarin we zorgvuldig hebben gekeken naar wie we eigenlijk zijn, en welke organisaties als dochterstichting deel uitmaken van de groep. Wat is nu precies de gemene deler? En welke naam is toekomstbestendig en duurzaam? We vonden het heel belangrijk om tot een naam met positieve inslag te komen, waarbij levenskracht centraal staat. Daarom hebben we uiteindelijk gekozen voor VIGO: een samentrekking van ‘vivere’ (levensvreugde hebben) en ‘go’ (beweging vooruit). Omdat we vonden dat de naam best krachtig mag overkomen, zijn het hoofdletters geworden. Zo is het nog meer een statement.”

Momenteel maken acht ggz- en jeugdinstellingen deel uit van VIGO. Blijft deze samenstelling voorlopig hetzelfde of komen er veranderingen aan?

“Hoewel we in het verleden verschillende (bijna) failliete zorgaanbieders hebben overgenomen, zijn er op dit moment geen plannen om nieuwe zorgorganisaties toe te laten treden tot de VIGO. Dat wil zeggen: juridisch gezien niet, en dat is ook niet per se de bedoeling van de VIGO. Maar in de toekomst willen we wel een merkenstrategie uitvoeren, waarbij we de mogelijkheden onderzoeken om meer zorg aan ons netwerk toe te voegen. Enerzijds willen we bijvoorbeeld met een focus op digitale zorg en anderzijds samen met andere domeinen, zoals de vvt-sector en de gehandicaptenzorg, nieuwe, organisaties opzetten. Er komen dus wel nieuwe organisaties bij, maar daar hebben we als VIGO slechts een procentueel aandeel in.”

Waar komt de inhoudelijke visie op zorg van VIGO vandaan?

“We hebben een belangrijke maatschappelijke opdracht te vervullen: zorgen dat we tijdig de benodigde zorg kunnen verlenen en tijdig de zorgvraag kunnen beantwoorden. Preventie speelt daarbij een belangrijke rol, en heeft door de jaren heen een andere lading gekregen. Waar preventiebeleid vroeger erg ‘top-down’ gericht was, komt preventie tegenwoordig vaak neer op zelfzorg, op het nemen van de eigen verantwoordelijkheid. Onze inzet zal dan ook zijn vanuit de gedachte dat mensen dat ook daadwerkelijk kunnen, we geloven in de kracht van mensen. Ook vinden we het heel belangrijk om stigmatisering tegen te gaan. Bij het identificeren van kwetsbare groepen loop je het risico om te sterk te categoriseren, iedereen over een kam te scheren. Terwijl we juist moeten kijken naar hoe je het gesprek kunt stimuleren binnen een bepaalde groep. VIGO heeft deze kennis, expertise en behandelingen in huis. Van heel licht tot die zwaar; voor jeugd, volwassenen en ouderen. En juist omdat we deze kennis bezitten, zijn we in staat om die lichte vraag te adresseren. Via een integrale aanpak met netwerkpartners en systemisch, met zorg voor het kind alsook de ouder. Dat maakt onze samenwerking in de groep ook zo bijzonder waardevol.”

Vorig jaar zei u in een interview met Zorgvisie dat de fusie tussen CG en VvG meer financiële ruimte biedt, om bijvoorbeeld te investeren in technologie. Is dit ook zo gebleken?

Het afgelopen jaar zijn we druk bezig geweest om de ict naar een hoger niveau te tillen. En dat vraagt ook om investeringen, waarover we momenteel met zorgverzekeraars in gesprek zijn. De coronacrisis heeft deze samenwerkingen extra gestimuleerd, omdat de vraag naar digitale zorg - als aanvulling op reguliere zorg - is toegenomen. Naast gesprekken met investeerders zijn er ook daadwerkelijk dingen op gang gekomen. Zo hebben we een consultatieplatform (www.123consultatie.nl) ontwikkeld waarop huisartsen kunnen chatten met behandelaren. In de toekomst komen er nog meer soortgelijke initiatieven bij.”

Wat staat er verder op de kortetermijnplanning?

“We gaan het hoofdkantoor verhuizen van Zetten naar Nijmegen. Hierdoor komt het veel centraler in het werkgebied te liggen. Waar het hoofdkantoor nu is gevestigd, hebben we onvoldoende ruimte. Het nieuwe hoofdkantoor moet echt het karakter van een faciliterende moederstichting krijgen, die innovatief en samenwerkingsgericht opereert, en tegelijkertijd een sterke eigen identiteit heeft. Dat betekent dat we de dochterorganisaties gaan helpen met ondersteunende strategieën en processen voor bijvoorbeeld verkoop/aanbestedingen en ICT. Dat doen we ook in samenwerking met netwerkpartners zoals verwijzers en gemeenten. Natuurlijk gebeurt dit niet via een “u vraagt, wij draaien”-principe; we zijn een strategische partner. Belangrijk is dat we met zo weinig mogelijk financieringsschotten werken, daarom is een integrale aanpak ook essentieel. Net zoals een faciliterende moederstichting, die haar dochterondernemingen met hun eigen sterke merken helpt, zo van belang is.”